Dwergvorm. Bolvormig, dicht gevuld, langzaam groeiend. Twijgen kort, kroezig. Bekende dwergvorm, voo ...
|
Pyramidaal, smalle conifeer. Takken opstaand. Bladeren glanzend donkerblauwgroen.
|
Pyramidaal, sterk groeiwijze. Twijgen lang, breed waaiervormig afstaand. Bladeren aan de bovenzijde ...
|
Variëteit met afhangende twijgen, heldergeel gekleurd gebladerte, zelfs in de winter.
|
Opgaande groeiwijze met heldergroen gebladerte, goudkleurig in de vroege lente.
|
Opgaande vorm, toppen en twijgen neerhangend. Bladeren aan jonge twijgen aangedrukt, dik, blauwgroen ...
|
|
Zuilvormig, slank, matige groeiwijze. Prachtige goudgele ceder; wordt veel gebruikt voor kleurcontra ...
|
Dwergvorm. Kegelvormig, gedrongen, zeer langzaam groeiend, bladeren dicht gedrongen, aangedrukt, zee ...
|
Dwergvorm. Bolvormig, gedrongen. Twijgen schelpvormig, matblauw loof. Zeer geschikt voor rotstuinen.
|
Pyramidaal. Twijgjes bovenzijde lichtgeel, onderzijde geelgroen. Een zeer goede winterharde gele con ...
|
Een compacte conifeer met zilver-blauw gebladerte.
|
|
Zuilvormige, smalle conifeer. Takken opstaand, groen, blauwachtig gerijpt. Zeer decoratief.
|
Dwergvorm. Vlak-bolvormig, zeer langzaam groeiend. Twijgjes aan de basis donkergroen, toppen vooral ...
|
Pyramidaal, regelmatige groeiwijze. Toppen zilverkleurig wit.
|
Zuilvormig; twijgjes en bladeren aan beide zijden goudkleurig.
|
Merkwaardig door zijn pyramidale groei en zijn hevig blauw gebladerte. Vooral alleenstaand als conif ...
|
Een smalle pyramidale boom met zwavelgeel gebladerte.
|
Pyramidale groei. Kenmerkend door de goudgele kleur aan de top. Vooral gebruikt als solitaire conife ...
|