De gewone, meest gekende haagbeuk van Europa en Klein Azië. De groei is aanvankelijk piramidevormig, deze wordt in de loop der jaren min of meer rond of ovaal omdat het houterige gewas jaar na jaar een krullende vorm aanneemt. De struik is grijs en vaak gegroefd, de bladeren zijn ovaalvormig en donkergroen.
Het zeer harde hout werd vroeger in de pianobouw verwerkt. De hardheid van het hout zal dus eeuwen geleden door onze voorouders gebruikt geweest zijn als brandhout.
Aanplanten gebeurd door maximaal 3 à 4 planten per strekkende meter te gebruiken.
Het voordeel van een haagbeukhaag is dat ze het hele jaar door een ondoorzichtige schutting vormen. Het uitgebloeide oude, bruine blad, blijft aan de takken hangen tot in het late voorjaar. Door de voorjaarwinden wordt het afgerukt en binnen de week staan nieuwe frisse blaadjes aan de takjes.
Doordat de fijne uiteinden van de haag zacht zijn in het eerste jaar laat de haag zich zeer gemakkelijk snoeien. De Haagbeuk kan tegen een stootje, men mag er gerust eens tegen beuken. De vorm herstelt zich zeer snel. Daarom wordt de haagbeuk ook veelvuldig aangeplant in parken en op openbare plaatsen.
